Ebru Umar

4 mei is geen mening

Michael Jacobs, Frits Barend, Femmetje de Wind, Yves Gijrath: op de meest eloquente, urgente en volhardende manier herhalen ze dat de dodenherdenking van 4 mei gaat over de slachtoffers van de Holocaust. Over het herdenken van de geïndustrialiseerde moord op 6 miljoen joden, onschuldige mensen: buren, vrienden, collega’s, klasgenoten, echtgenoten, familieleden. Aan het herdenken dat meer dan 75% van de Nederlandse Joden zijn vermoord – omdat buren, vrienden, collega’s het faciliteerden. Hoe moeilijk kan het zijn om de dodenherdenking zuiver te houden?

Waarom zou je op vier mei plaatsmaken voor die andere wereldwijde slachtoffers van oorlogen? Anders dan dat dat de eigen geschiedenis, het eigen handelen op afstand zet? 

Tini en Philip Jacobs

Migrant zijn is niet makkelijk, migrantenkind zijn niet minder moeilijk. De binding met het land waar je woont, is geen gegeven maar moet ontstaan. De binding groeit, door de mensen met wie je omgaat, door het onderwijs dat je volgt, door alles wat je leert en je verbindt met de omgeving waar je ouders naartoe zijn geëmigreerd. Mijn binding met Nederland werd medegevormd door de ouders van Michael Jacobs, Tini en Philip, overlevers van de Holocaust. Mijn ouders leerden over de jacht en moord op hun families, ik kan me niet herinneren dat er ooit over gesproken werd – ik was een kind – maar ik herinner me wél de Davidster die hing in Haamstede, het zomerhuis van tante Tini. De Davidster bestond uit grote spijkers, die geslagen waren in een houten bord vol dikke klodders verf; ze had het gemaakt met andere vrouwen die de oorlog overleefd had. Daar bleef het dan bij. Of dat Michael had besloten om zijn studie medicijnen op te geven om naar Israël te gaan en te dienen in het leger. Dat was toch niet de bedoeling, hun briljante kind zou toch ‘gewoon’ arts worden? Gelukkig vormen karakters zich precies zoals ze zich horen te vormen. Tini leerde me nog iets belangrijks: mensen oordelen over hoe je omgaat met je verdriet, maar zei ze: ‘onthoud vooral dat het fantastisch is als je over verdriet heen kunt komen, verder kunt leven en weer gelukkig wordt. Laat mensen maar oordelen’. Haar briljante kind Michael werd uiteindelijk gelukkig door jarenlang tot vlak voor zijn overlijden op de Dam het bestaansrecht van Israël te verdedigen. Wat zou ze trots op hem zijn geweest. 

Omaatje en haar oorkonde

Opgroeiend in Rotterdam, is de oorlog op elke straathoek aanwezig. Waar de Rotterdammer met z’n recht voor zijn raap houding de Duitsers inmiddels nog net niet bedankt voor de stad, had ik het voorrecht om een Nederlands omaatje te hebben. Ada Wanner de Haan was een oudere patiënt van mijn moeder, die puin had geruimd na het bombardement. Tijdens een razzia werd haar verloofde opgepakt en afgevoerd naar Duitsland om te werken voor de Duitse oorlogsindustrie. Hij kwam terug, maar de oorlog verliet zijn lijf nooit, hij stierf jong en liet oma alleen achter. Op latere leeftijd vond ze ons, en wij vonden oma. Ze vertelde dat ze tijdens de oorlog ze de benen uit haar lijf fietste voor eten en puinruimde. Ze vertelde over het verdriet van alleen leven. Ze vond haar geluk in de kerk én in de oorkonde die ze van de Rotterdamse burgemeester kreeg voor haar hulp in de oorlog. Dichterbij dan oma, Tini en Philip, kwam de oorlog niet. Door boeken en tv kwam ik achter de intense slechtheid van de mens die een gezicht kreeg in Duitsers, totdat ik Sonja Barend hoorde zeggen: ‘het waren Nederlanders die mijn vader kwamen halen’. Nederlanders die je nooit kon vertrouwen, zoals tante Tini zei. Nederlanders van wie iedereen wist hoe fout ze waren geweest, voor, tijdens en na de oorlog zoals Robert Vuijsje me leerde tijdens een interview: ‘iedereen weet precies welke winkeliers op de Beethovenstraat fout waren’. 

Elke dag weer

Wonend in Amsterdam, heb ik nooit begrepen hoe je als joodse burger van die stad kunt functioneren. Waarom zou je daar toch willen zijn? Herinnert niet elke hoek, elke steen en godbetert elke daad van die stad aan het verraad dat je familie tot op de dag van vandaag wordt aangedaan? De woningen waar je familie woonde en waar ze niet naar terugkeerden, de buren die je spullen inpikten, de ambtenaren die tot op de dag van vandaag regels uitvoeren, of het nou erfpacht opeisen is of het normaal vinden dat je je davidster niet zichtbaar dient te dragen? Of godbetert tijdens de opening van het Holocaustmuseum je door een haag van Jodenhaters laat lopen? En die nu al jaren hun best doen om de schandvlek van de Nederlandse geschiedenis te doen verdwijnen in andere schandvlekken? Gevraagd naar wat Michael nou deed volharden om telkens weer op die Dam te gaan staan tussen al die schreeuwende haters, zei hij tegen me: ‘Ze hebben hun best gedaan om ons uit te roeien, maar dat is ze niet gelukt. We leveren de zelfs burgemeester van deze stad, het zal ze nooit lukken ons uit te roeien. Maar daar moeten we wel wat voor doen, elke dag weer.’

4 mei gaat niet om de migrant

Migrant zijn is niet makkelijk, migrantenkind zijn niet minder moeilijk. Dat betekent niet dat we als samenleving de gemakkelijke weg moeten kiezen. Migranten zijn naar Nederland gekomen voor vrijheid en veiligheid, migranten dienen ‘geupgrade’ te worden naar Nederlander. Dat doe je als maatschappij niet door eindeloos begrip te tonen en psychologisch te ouwehoeren over cultuur, religie en respect. Door weg te kijken als ze Joden opjagen, de dodenherdenking kapen en joodse instellingen dusdanig bedreigen dat ze beveiligd dienen te worden. Nee, dat doe je door migranten te leren over Nederland, Nederlanders en de Nederlandse geschiedenis. Dat doe je door migranten Nederlands te leren en te wijzen op wat de Nederlandse bevolking heeft meegemaakt, is aangedaan – mede door de eigen bevolking. Het betekent niet dat er geen oog of oor is voor de afkomst van de migrant. Het betekent wél dat vandaag op 4 mei de Nederlandse geschiedenis en de Nederlandse slachtoffers centraal staan. Zonder zelfrespect voor de eigen geschiedenis, zonder het afdwingen van respect voor de eigen geschiedenis, blijft een migrant áltijd een migrant.

Vandaag gaat het niet om de migrant. Vandaag gaat het om de geïndustrialiseerde moord op 6 miljoen joden, onder wie meer dan 100.000 Nederlanders: de families van Michael Jacobs, Frits Barend, Femmetje de Wind, Yves Gijrath en alle anderen

.  

 

“Vrijheid is alles”

Je wordt geen columnist, je bént het. En sinds 2003 publiceer ik ze, die columns. Online en offline, altijd gratis te lezen.

De hatertjes die erbij horen neem ik voor kennisgeving aan. De bijval daarentegen raakt elke keer weer. En de support? Hartverwarmend. Lief. Dankbaar!

Support Ebru via BackMe.org

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief en versterk mijn stem!

En volg mij op de socials!