“Het is hier mooi mevrouw Ebru,” zegt de bouwvakker. Veel ouder dan dertig zal hij niet zijn. Op de snikhete zaterdag sjouwt hij de benen uit zijn lijf om het puin uit mijn nieuwe woning te krijgen. “Ik was hier nog nooit geweest.”
Hij blijkt op Zuid te wonen en de Maas vormt beide kanten uit de natuurlijke waterscheiding van Rotterdam. Klein-Turkije op de zuidoever en alles behalve dat aan de noordkant. “Het is wel anders bij ons.”
De jongen is vriendelijk en open. Gretig naar kennis, op zoek naar een praatje. Al schelen we zeker vijftien jaar, ook op zijn leeftijd was mijn leven totaal anders dan het zijne. Zuid, daar woonden de andere Turken. Turken die daar tot op de dag van vandaag nog wonen. Met dien verschil dat nu ook de Rotterdammert die Noord uitgedreven wordt vanwege stijgende huizenprijzen, zijn heil zoekt op Zuid. “Ze worden uit mijn handen gegrist,” verklapte een afbraakpandjesmakelaar toen ik hem belde om te vragen wat de woninkjes op de Dordtselaan en Mijnsherenlaan deden. Mijn eigen makelaar was er kort over geweest: wegblijven. Eigenwijs als ik was, ging ik toch kijken. Om tot mijn verbazing aan de Dordtselaan – een prachtige laan waar een beetje kakker uit Kralingen of Hillegersberg niet dood gevonden wil worden – in een afbraakpand from hell de grootste patser tegen te komen waar ik in mijn huizenjacht oog in oog mee had gestaan. Afgestudeerden, buitenlanders, Amsterdammers en beleggers azen op de kleinere woninkjes in Rotterdamse centrum, maar hier zag ik een man met zijn vrouw vol belangstelling naar een krot kijken. Gevalletje SUV, boot – en hier in het autootje van zijn vrouw. Je kunt ze uittekenen. En ik maar denken dat ik er op tijd bij was. Hij had al gekocht aan de overkant, vertelde hij. Voor zijn dochter. En dacht ‘doe mij er nog maar eentje, ’t kost toch niets hier’. De vraagprijs voor “Niets” was 115K; het ging weg voor 125. En dat voor een kleine 100m2. Op Zuid krijg je tenminste nog vierkante meters voor je euro.
Vreemde ogen dwingen je anders te kijken naar je eigen werkelijkheid. Het is hier inderdaad mooi. Een oase van rust in centrum van Rotterdam. Zeker anders dan Zuid.
Anders – zonder enig oordeel.
“Ik heb ook net een huis gekocht,” zegt hij. Hij noemt de straat, ik ben er geweest tijdens mijn verkenning van de Rotterdamse Zuidoever. Appartementjes waar eigenaren uit weg trekken omdat het te klein wordt en investeerders dol op zijn omdat het dicht bij de Metro is. Buurt met potentie die binnen vijf jaar zeker twee keer over de kop zal gaan. Leuk dat ‘ie gekocht heeft. Slim.
“Misschien dat ik ooit nog aan deze kant van de Maas kan kopen.”
Opeens weet ik weer wat ‘anders dan bij ons’ betekent: ‘tussen de andere Turken waar je eigenlijk niet wilt wonen’. Mijn hart breekt. Dit soort jongens kun je niet genoeg betalen.