Het eerste voornemen kan al meteen de prullenbak in: “2018 wordt het jaar zonder verbouwingen” besloot ik een paar weken terug. Publiekelijk, op Twitter.
Iedereen die me kende lachte me uit.
Zonder enige gene.
Yeah right Umar.
Verbouwen loopt net als schrijven als een rode draad door mijn leven.Verbouwen is ook net schrijven. Je begint, je werkt en het is af. Het proces is hetzelfde: gewoon doen. Het resultaat ook: er is iets gecreëerd.
Waar normale mensen hun voldoeningen halen uit het creëren en vormgeven van kinderen, een proces dat ook een leven lang duurt en waar niemand van opkijkt of een veroordelende mening over durft te uiten, creëer ik huizen. En als het af is, stop ik – een uitspraak waar mijn vrienden keihard om zouden lachen en ontkennen. Ik laat ze. Ik negeer dat ik om de zoveel tijd opnieuw begin met een nieuw huis zoals zij aan nieuwe kinderen beginnen. Het houdt niet op die kinderen, maar over een verbouwing heeft iedereen een menig. En toch is het op een dag klaar. Gewoon klaar. Vandaar dat ik zonder problemen het voornemen kon uiten te stoppen met verbouwen. Het huisje dat ik onlangs in Rotterdam had gekocht, was immers al uitgetekend. De muren gesloopt, deuren geplaatst, mannen aan de slag, precies wetende wat ze moesten doen. Wat mij restte was de lampen uitkiezen (‘nee mevrouw Ebru, die lampen die u wilt zijn niet geschikt voor de badkamer’) (Ja en? Ik vind ze mooi?) (‘nee mevrouw Ebru, laat die lampen voor de badkamer maar aan mij over, het wordt echt mooi’) en de keukenboer lastigvallen over een spoedige levering van vierkante meterverspilling die nou eenmaal in een huis schijnt te horen en keuken heet. Hierna was het wel klaar, beloofde ik mijn ouders. Mijn jaarlijkse verbouwingsshot gestild.
Hoe heerlijk zou het zijn om niet te verbouwen?
Om je niet druk te maken over de meest optimale indeling van vierkante meters?
Bovendien zijn er geen huizen meer te koop in Rotterdam. Het ideaal dat ik had toen ik naar deze stad toog, een historisch pand op een A-locatie, is nou eenmaal aan de vingers van één hand te tellen. Die drie die een optie waren, waren binnen 72uur verkocht. Soms moet je je gewonnen geven. Dan maar niet verbouwen.
En toen was ik donderdagavond opeens uitgenodigd voor een gesprek op een schitterende locatie. Bij afloop complimenteerde ik de eigenaar met zijn prachtige pand dat de Duitsers had weten te overleven. Waarop hij de magic words sprak: “Het staat te koop, als je nog iemand mocht weten?”.
Zondagmiddag ging ik kijken.
Zondagavond deed ik een bod.
Maandagavond waren we rond.
Morgen komt de architect.
2018 wordt het jaar van de verbouwing van mijn leven.