Het lijken wel de hungergames, de democratie mág niet zegevieren. Het gejank over zielige allochtonen die de zieligheidsindustrie van zich moeten afslaan, ambtenaren die met drie man en een paardenkop gaan demonstreren tegen de verkiezingsuitslag (onderwijl salaris ontvangend dat mede mogelijk wordt gemaakt door diezelfde Wildersstemmende belastingbetaler, VVD-prominenten die zich al dan niet achter een voormalig asielmeisje scharen (ja, nu zullen ze het hardop durven zeggen) en de laatste dirt over Plasterk: hij woont in de buurt van Martin Bosma.
Ga’s werken!
Niet alleen het onderwijs stelt weinig meer voor maar dat de journalistiek dood is, wordt elke dag opnieuw bewezen. Het is allemaal van een tergende treurigheid. Wilders I mag geen vorm krijgen want stel je toch ‘ns voor dat Wilders I het beste kabinet na 5X Balkende zou worden? De vraag is wie de pers geïnformeerd heeft over de aangifte tegen Van Striem (ik heb ook nog wat aanklachten van Nederturken tegen mij – ik zeg het maar alvast). Dezelfde pers die geen moeite doet als het gaat om 5.1 miljard verdwenen belastinggeld in Qronatijd of het uitstellen van de parlementaire enquete over de Qronashittijd. Nee, die moeten we maar vergeten.
HUP OOM ROON!
Natuurljk is Ronald Plasterk de beste keuze als verkenner. De keuze voor Van Strien is begrijpelijk: betrouwbaar uit de eigen gelederen maar voor de buitenwacht toch wat partijdig. Beter in your face dan achterbaks dus prima. De valse start valt te vergeten als je daarna met een topper komt waar niemand omheen kan: dat is met Plasterk goed gelukt. Als minister geliefd bij collega’s en Nederland, en als persoon gewoon superleuk om tijd mee door te brengen. Hij is een variant op Robert Dijkgraaf: súperslim, kan in zijn eentje de hele ministerraad aan. Met als bijeffect dat dat soort mannen ook grappig zijn; ze bekijken de wereld anders. Wie bij minister Plasterk op de kamer kwam, werd op de polaroid gezet (was het een polaroid, iig een foto). En als je Plasterk uitnodigde voor de Libelle Zomerweek, kwam hij. Samen met zijn vrouw Els – die hij op handen draagt en zonder wie hij de weg kwijtraakt (net als Robert Dijkgraaf). Ik hou van dat soort mannen. Het was altijd leuk om met Ronald Plasterk te mogen werken. De beelden zijn kwijt, de herinneringen blijven. En de hoop op een gerechtvaardigde toekomst gloort.